Makkelijk en snel bestellen?

Klik hier om naar onze nieuwe webshop te gaan. 
WAT IS TRUNKING, C2000 INFO PAGINA
 

Trunking, de sleutel tot verandering.

C2000 is gebaseerd op de nieuwe Europese standaard voor digitale mobiele communicatie TETRA. Dit staat voor TErrestrial Trunked RAdio. Deze standaard is speciaal ontwikkeld voor de sector openbare orde en veiligheid. Andere Europese standaards zijn bijvoorbeeld die voor de mobiele telefonie (GSM) en de semafonie (ERMES). Het grote voordeel van TETRA is de toepassing van de zogeheten trunking-techniek. Onder 'trunking' wordt verstaan: het bundelen van gebruik.

In de bestaande, analoge radiocommunicatie maakt de zender/gebruiker een verbinding door het kiezen van een kanaal. Vanaf dat moment is het geselecteerde kanaal alleen nog maar beschikbaar voor deze gebruiker en diens ontvanger. Omdat elk netwerk beschikt over een beperkt aantal kanalen (=frequenties) is de capaciteit, zeker op drukke momenten, snel uitgeput. En dat terwijl de ruimte op ieder van die kanalen telkens maar voor een stukje wordt benut, tijdens de duur van de oproepen, als er wordt gepraat.

Door middel van trunking worden alle beschikbare kanalen permanent benut. Iedere keer als er spraak of informatie wordt verzonden kiest de computer razendsnel een vrij kanaal en zorgt ervoor dat die boodschap naar iedereen in de afgesproken gespreksgroep gaat. Op die manier worden de kanalen veel efficiënter benut en bieden zij aanzienlijk meer capaciteit dan een analoog systeem.

Trunking is mogelijk door de snelheid waarmee de computer telkens het kanaal kiest en de snelheid waarmee de gedigitaliseerde informatie (ook die van spraak) wordt verzonden. Beeldend voorgesteld flitsen er telkens over één kanaal allerlei stukjes spraak en data van verschillende gespreksgroepen. Omdat in principe alle kanalen gebruikt kunnen worden is het ook mogelijk om tegelijkertijd een gesprek te voeren en gebruik te maken van databestanden. De computer kiest immers welk kanaal daarvoor beschikbaar is.

Hoewel trunking de capaciteit van de beschikbare kanalen verveelvoudigt zijn ook met dit systeem momenten van volledige bezetting niet uit te sluiten. Wanneer er meer gelijktijdige oproepen zijn dan er aan kanalen beschikbaar is, kan een kort wachtmoment mogelijk zijn. De kans daarop is echter gering. Daarbij zij aangetekend dat het systeem bij gelijktijdige aanbieding van oproepen prioriteit geeft aan noodoproepen en alarmeringsboodschappen. In noodsituaties is er dus altijd een kanaal beschikbaar.

(bron ito.nl)

C2000 Info pagina
 

ALGEMENE BESCHRIJVING

De communicatie en samenwerking tussen politie, brandweer en ambulancediensten zal de komende jaren sterk worden verbeterd. Een nieuw, gezamenlijk netwerk voor radiocommunicatie stelt deze organisaties in staat om hun hulpverlening niet allen sneller en effectiever maar ook met meer onderlinge samenhang uit te voeren. Het landelijke mobiele netwerk C2000 wordt vanaf 1999 in gebruik genomen. De bestaande, afzonderlijke netwerken gaan dan allemaal uit de lucht.
 

Het belang van een goed netwerk voor mobiele radiocommunicatie ten behoeve van politie, brandweer en ambulancezorg behoeft weinig betoog. Iedereen, burger en bestuurder, beseft dat de kwaliteit van hulpverlening begint met de beschikbaarheid van goede verbindingen. Ongevallen en rampen kunnen ze nier verhinderen. Maar snel en goed daarop reageren kan wel levens redden, schade beperken en escalatie van problemen voorkomen.

De mobiele radiocommunicatie heeft dit decennium, vooral door toepassing van computertechnologie, enorme vooruitgang geboekt. Daarmee vergeleken lopen techniek en de opzet van de huidige netwerken ernstig achter. Een inhaalslag is dus geboden, alleen al om de kwaliteit van deze publieke dienst-en hulpverlening op peil te houden. Maar er wordt meer gevraagd van de organisaties op dit gebied.

Nederland wordt steeds voller, drukker en steeds ingewikkelder. Dat geldt evenzeer voor de onzichtbare wereld van de ether om ons heen. Die staat steeds boller van het radio- en telefoonverkeer en maakt het met de dag moeilijker om ruimte vrij te houden voor een ongestoorde mobiele communicatie van politie, brandweer en hulpverlening. Om in die complexe werkelijkheid alert en adequaat te kunnen handelen moeten de mobiele verbindingsmogelijkheden van deze organisaties vrijwel letterlijk de ruimte hebben. Het nieuwe digitale netwerk C2000 biedt die ruimte.

De vervanging van de afzonderlijke systemen door een hoogwaardig netwerk met tal van nieuwe en extra functionaliteiten is een omvangrijke, maar noodzakelijke investering. Het technische prestatievermogen, de 'performance' van dit instrumentarium, zal een flinke ruggesteun zijn bij het werk van deze diensten. Toch schuilt de grootste waarde ervan niet louter in techniek. Die zit vooral ook in de manier waarop medewerkers en meldkamers van de afzonderlijke diensten straks operationeel kunnen samenwerken. C2000 biedt maatwerk in communicatie.

Daarom is C2000 meer dan techniek alleen. Het is ook een goed gereedschap voor integrale samenwerking.

COMMUNICATIE 2000

De aanleg van een, gezamenlijk mobiel communicatienetwerk met landelijke dekking is een nationaal project. Alle politie, brandweer- en ambulancediensten, alsmede de Koninklijke marechaussee, nemen er aan deel. Hierdoor kan de bestaande lappendeken van ruim 100 afzonderlijke netwerken worden opgeheven. Het netwerk C2000, volluit "Communicatie 2000", moet in zeven jaar tijd, en liefst sneller worden gebouwd. Gaandeweg zullen telkens groepen van regio's overschakelen op het nieuwe systeem.

De Tweede Kamer heeft in 1996 tot de aanleg van C2000 besloten op voorstel van de minister van BIZA. Er is doelbewust gekozen voor volledige vervanging van alle bestaande netwerken, geen enkele uitgezonderd. Dit waarborgt een maximale effectiviteit.

C2000 biedt een volledig landelijke dekking voor mobilofoons en een zeer hoge dekkingsgraad voor portofoons. Hierdoor kunnen in de nabije toekomst alle ambulante medewerkers van de betrokken diensten te allen tijde zowel met hun organisaties els met elkaar communiceren. Waar ze zich ook in het land bevinden en hoe ze zich ook bewegen, te voet, op de fiets, met de motor, in een auto, op de boot of zelfs een vliegtuig, binnen een halve seconde kunnen ze radioverbindingen maken en onderhouden. Die verbinding kunnen ze gebruiken voor spraak, maar ook voor gelijktijdig raadplegen van databestanden.

Met de aanleg van C2000 sluit Nederland in een majeure operatie aan bij de internationale ontwikkelingen op het gebied van de radiocommunicatie. Het nieuwe systeem is gebaseerd op een Europese communicatiestandaard die gebruik maakt van speciale beschermde frequenties. Door deze Europese afspraken wordt tevens de grensoverschrijdende samenwerking bevorderd. Het landelijke mobiele netwerk maakt niet alleen in Nederland maar ook in de grensgebieden een einde aan veel voorkomende communicatieproblemen. De coördinatie en uitvoering van politiële en hulpverlenende taken met collegadiensten in Duitsland en België zal erdoor in slagkracht winnen.

Met de ontwikkeling, aanleg en ingebruikname van het nieuwe communicatiesysteem is een budget gemoeid van ongeveer 1 miljard gulden. Ongeveer de helft daarvan is bestemd voor aanleg van de infrastructuur zoals zendmasten en centrales. Deze kosten worden gedragen door het rijk: de ministeries van Binnenlandse Zaken, Justitie, Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS) en Defensie. De andere helft van het budget is nodig voor de aanschaf van randapparatuur, zoals bedieningssystemen, mobilofoons, portofoons en alarmontvangers. Deze worden in beginsel gefinancierd uit de eigen begrotingen van de betrokken organisaties.

De invoering van het mobiele netwerk wordt begeleid door de projectorganisatie C2000, gevormd uit deskundigen van de IT-organisatie, een onderdeel van het Korps landelijke Politiediensten in Driebergen. De projectorganisatie staat onder verantwoordelijkheid van de minister van Binnenlandse Zaken. Vertegenwoordigers uit de operationele organisaties worden in regio-teams nauw betrokken bij de uitvoering. Op deze manier hebben de diensten zelf invloed op het invoeringsproces en met name op het verlangde samenstel van apparatuur en functionaliteit.

HET NIEUWE NETWERK: BETER, SNELLER EN EFFICIËNTER

In onze goed georganiseerde samenleving vinden burgers het heel normaal dat politie en hulpdiensten snel reageren. Dat hoort bij de publieke service van een overheid waarvoor men betaalt. Maar hoe goed de service ook is, het bieden van hulp, bescherming en veiligheid en het beheersen van risico's blijven mensenwerk. helaas valt dat pas op wanneer er door menselijke of technische omstandigheden iets fout gaat. Om die goede hulpverlening te handhaven en uitzonderingen daarop tot een absoluut minimum te beperken, vraagt de tias mens, techniek en organisatie om permanente aandacht. met C2000 is het de beurt aan vervanging van een in feite nu al verouderde en functioneel beperkte radiotechniek.

De bestaande afzonderlijke mobiele netwerken hebben nadelen en gebreken die zich steeds zwaarder doen gelden. De netwerken zijn niet op elkaar afgestemd en werken alleen in hun eigen gebied. Daardoor is het lastig en tijdrovend om verbindingen tijdens mobiele operaties te maken en in stand te houden en verloopt de communicatie (het 'stoeprand- of motorkapoverleg') tussen politie, brandweer en ambulancediensten vaak moeizaam. Maar ook de aard van de techniek begint zich steeds meer te wreken. De prachtige communicatiemiddelen van 15 jaar geleden zijn de analoge 'oudjes' van vandaag. Langzaam, met beperkte capaciteit, moeilijk beveiligbaar en zonder extra's.

Met de komst van C2000 begint een nieuwe ontwikkelingsfase in onze mobiele radiocommunicatie met tal van nieuwe en nuttige mogelijkheden voor de praktijk. Aan de basis daarvan ligt het digitale karakter van het systeem. Anders gezegd, door de klassieke radiocommunicatie te combineren met de verworvenheden van de informatietechnologie gaat de functionaliteit omhoog.

De belangrijkste voordelen zijn: vergroting van de snelheid, meer capaciteit, een veelheid aan functionaliteit en een hogere dekkingsgraad. Verbindingen kunnen veel sneller worden gemaakt. Door spraak en andere informatie te digitaliseren gaat het zenden vier maal sneller en kunnen beschikbare frequenties beter worden benut. De gespreksmogelijkheden zijn legio.

Door snelheid en intelligent kanaalgebruik kunnen zender en ontvanger zonder wachttijden met elkaar spreken. Anders dan nu kan dat ook in meerdere gespreksgroepen tegelijk. Daaraan kan door de meldkamer maar ook door anderen, zelf via telefoon worden deelgenomen. Terwijl de gesprekken gaande zijn kan ondertussen dataverkeer plaatsvinden. Door spraak en data cryptografisch te versleutelen wordt ongewenst meeluisteren of meeprofiteren vrijwel uitgesloten.

De grootte functionele kwaliteiten van dit systeem werpen niet alleen hun vruchten af in de dienstverlening aan het publiek. Minstens zo belangrijk zijn de aspecten die betrekking hebben op de veiligheid en de bescherming van het operationele personeel. Het voorkomen van ongewenst meeluisteren is daarvan slecht een voorbeeld. Belangrijker nog is dat meldkamers na het plaatsen van een noodoproep vanuit het veld kunnen blijven luisteren naar de zender en afhankelijk van de gekozen randapparatuur tevens de locatie kunnen bepalen van de medewerker in nood.

In het operationele programma van eisen dat door de gebruikers is opgesteld wordt om een radiodekking gevraagd van 95%. In het bestek is dat vertaald in "95% dekking naar plaats en tijd aan de rand van het dekkingsgebied van een zender".
Dit betekent dat: dus binnen het gebied een hoger dekkingspercentage wordt gehaald, er geen vaste momenten op de dag zijn aan te wijzen waarop geen dekking is, er geen plaatsen in het gebied zijn aan te wijzen die nooit dekking hebben, de "missende" 5% dus statistisch is verdeeld in plaats en tijd. Overigens is het netwerk zo ontworpen dat waar de ene zender "ophoudt" de volgende "begint". Er is dus een overlapping, waardoor het dekkingspercentage nog verder stijgt.

TRUNKING, DE SLEUTEL TOT VERANDERING

C2000 is gebaseerd op de nieuwe Europese standaard voor digitale mobiele communicatie TETRA. dit staat voor TErrestrial Trunked RAdio. Deze stadaard is speciaal ontwikkeld voor de sector openbare orde en veiligheid. Andere Europese standaards zijn die voor de mobiele telefonie (GSM) en de semafonie (ERMES). Het grote voordeel van TETRA is de toepassing van de zogeheten trunking-techniek. Onder 'trunking' wordt verstaan: het bundelen van gebruik.

In de bestaande, analoge radiocommunicatie maakt de zender/gebruiker een verbinding door het kiezen van een kanaal. Vanaf dat moment is het geselecteerde kanaal alleen nog maar beschikbaar voor de ze gebruiker en diens ontvanger. Omdat elk netwerk beschikt over een beperkt aantal kanalen (=frequenties) is de capaciteit, zeker op de drukke momenten, snel uitgeput. En dat terwijl de ruimte op ieder van die kanalen telkens maar voor een stukje wordt benut, tijdens de duur van de oproepen, als er wordt gepraat.

Door middel trunking worden alle beschikbare kanalen permanent benut. Ieder keer als er spraak of informatie wordt verzonden kiest de computer razendsnel een vrij kanaal en zorgt ervoor dat die boodschap naar iedereen in de afgesproken gespreksgroep gaat. Op die manier worden de kanalen veel efficiënter benut en bieden zij aanzienlijk meer capaciteit dan een analoog systeem.

Trunking is mogelijk door de snelheid waarmee de computer telkens het kanaal kiest en de snelheid waarmee de gedigitaliseerde informatie (ook die van spraak) wordt verzonden. Beeldend voorgesteld flitsen er telkens over een kanaal allerlei stukjes spraak en data van verschillende gespreksgroepen. Omdat in principe alle kanalen gebruikt kunnen worden is het ook mogelijk om tegelijkertijd een gesprek te voeren en gebruik te maken van databestanden. de computer kiest immers welk kanaal daarvoor beschikbaar is.

Hoewel trunking de capaciteit van de beschikbare kanalen verveelvoudigd zijn ook met dit systeem momenten van volledige bezetting niet uit te sluiten. Wanneer er meer gelijktijdige oproepen zijn dan er aan kanalen beschikbaar is, kan een kort wachtmoment mogelijk zijn. De kans daarop is echter gering. Daarbij zij aangetekend dat het systeem bij gelijktijdige aanbieding van oproepen prioriteit geeft aan noodoproepen en alarmeringsboodschappen. In noodsituaties is er dus altijd een kanaal beschikbaar.
 
EEN SELECTIE UIT DE BELANGRIJKSTE VOORDELEN
 

  • Landelijke mobilofoondekking en portofoondekking
  • Zowel afzonderlijke als interdisciplinaire communicatie door politie, brandweer en ambulancehulpverlening
  • Alle denkbare combinaties van mobiele verbindingen op land, water en in de lucht
  • Koppeling aan openbare telefoonnetten, regionale bedrijfstelefooncentrales en het Nationale Noodnet
  • Veel meer capaciteit door trunking
  • Gelijktijdig spraak- en datacommunicatie
  • Communicatie rechtstreeks tussen twee randapparaten buiten de meldkamer om
  • Communicatie in een gespreksgroep of meerdere gespreksgroepen tegelijk
  • Eigen uniek oproepnummer voor iedere mobilofoon/portofoon
  • Prioriteitsbepaling bij noodoproepen en alarmering
  • Open verbinding na noodoproep
  • Spraak- en databeveiliging door sterk verbeterd systeem van encryptie
  • Mogelijkheid tot snelle uitbreiding van netwerkcapaciteit door middel van mobiele commandoposten
  • Zelf opvragen van informatie door middel van mobiele datacommunicatie vanuit ambulance (bv. patientgegevens), brandweervoertuig (bv. chemische stoffen bij brand) en surveillancevoertuig (bv. kentekenregistratie).
 

BETER DIENSTVERLENING

Meldkamers en operationele medewerkers van politie, brandweer en ambulance-diensten ervaren dagelijks aan den lijve de beperkingen van de bestaande netwerken. De realiteit gebiedt om er mee te werken. dat past nu eenmaal bij hun opdracht en taakopvatting. Maar de meesten van hen willen liever gisteren dan vandaag hun nieuwe radiomobiele omgeving aanpassen aan de mogelijkheden van vandaag.

Brandweer en ambulancediensten willen effectiever kunnen optreden. Bij verkeersongelukken, branden, vliegtuigcrashes en andere calamiteiten zijn de eerste minuten van coördinatie en organisatie van doorslaggevend belang voor de kwaliteit van de hulpverlening. Snelle signalering alleen is daarbij niet voldoende. Vooral een efficiënte en doeltreffende afstemming van taken is geboden om te redden wat er te redden valt en erger te voorkomen. Communicatie is daarin een sleutelbegrip, mobiele communicatie is meestal de sleutel zelf.

Bij de rampenbestrijding, maar ook in het 'gewone' dagelijkse werk, kunnen deze hulpdiensten dankzij de digitale mobiele communicatie beter presteren. Dit laatste is vooral van toepassing op de ambulancezorg, die naast inzetbaarheid voor calamiteiten, overwegend actief in het dagelijkse reguliere ziekenvervoer, waarbij snelle en efficiente communicatie over en weer met betrekking tot  de toestand van de patiënt van groot belang is. De grote functionaliteit van het spraak- en dataverkeer maakt het voor de brandweer en ambulancezorg mogelijk eerder, met meer kennis en inzicht en in goede onderlinge samenhang te reageren. Vanaf de eerste melding van een brand of ongeval kunnen zij het hulpverleningsproces door middel van de juiste informatie en communicatie ondersteunen

Wat voor de brandweer en ambulancediensten geldt, gaat ook op voor de politiediensten in het land en de marechaussee in grensgebieden en (lucht)havens. Onderzoek, controle, opsporing en coördinatie van acties zijn sterk gebaat bij een landelijk netwerk mat de 'state of the art' van C2000. Bijvoorbeeld om het opsporen en achtervolgen van verdachten effectiever en veiliger te kunnen organiseren. Om verkeersovertreders sneller te kunnen controleren en bestraffen. Of om de reactiesnelheid bij calamiteiten te vergroten, samen met collega-diensten.

Een betere dienstverlening begint op straat, daar waar de problemen zich voordoen. Maar zo'n betere dienstverlening wordt gestimuleerd en aangestuurd vanachter de schermen, door de operationele leiding en het management van de betrokken organisaties. C2000 is ook in dat opzicht een instrument waarmee organisaties zichzelf verder kunnen ontwikkelen en verbeteren.

Allereerst is het nieuwe radionetwerk een technisch instrumentarium waarmee de praktijk kan worden verbeterd. Daarnaast zal het ongetwijfeld de nodige prikkels en informatie geven over de manier waarop dat gebeurt en hoe dat kan worden verbeterd. Op veel andere terreinen heeft de introductie van nieuwe technologie grote veranderingen in het werk van de mensen teweeg gebracht. Ook bij dit innovatieve instrumentarium is het niet ondenkbaar dat de invoering ervan andere manieren van werken en samenwerken doet ontstaan.

FUNDAMENT VOOR DE TOEKOMST

De voordelen van het nieuwe netwerk komen het best tot hun recht wanneer alle bestaande netwerken worden opgeheven. Daarnaast is ook de hoge maatschappelijke investering een argument om tot landelijke verplichte invoering over te gaan. Het uniforme karakter van het netwerk betreft alleen de infrastructuur. Bij de keuze van nieuwe randapparatuur voor uitoefening van de standaardfuncties hebben de organisaties enige mate van vrijheid.

Het technische platform van C2000 is een fundament waarop kleine regio's kunnen voortbouwen. Ze hebben daarbij de ruimte voor invulling van eigen, bijzondere specificaties. De standaard biedt op zichzelf al een zeer geavanceerde basis. Daar bovenop kunnen de verschillende organisaties nog extra randapparatuur kiezen die het best past bij hun nieuwe of bestaande taken, zoals koppeling aan geografische plaatsbepaling. C2000 is in dat opzicht een flexibel en op de groei gemaakt systeem. Per regio kan er maatwerk mee worden bedreven.

De organisaties in alle regio's onderzoeken welke eigen randapparatuur wordt gekozen bij de algemene standaard en wat men daarnaast nog nuttig of nodig acht. Het kan ook zo zijn dat men die pas in een later stadium nodig denkt te hebben, maar bij de keuze van d e standaardapparatuur alvast rekening wil houden met zulke uitbreidingen. Vanzelfsprekend is het ook bij dergelijke onderzoeken en keuzes van belang op welke manier men vorm en inhoud wil geven aan toekomstige samenwerking tussen de verschillende diensten in de regio.

Op het ogenblik zijn er in ons land 38 brandweerregio's, 39 ambulance-zorgregio's en 25 politieregio's. Deze regio's worden, gecombineerd met de werkgebieden van het korps Landelijke Politiediensten en de Koninklijke marechaussee, verenigd in een aantal geografische clusters.

Elke geografische cluster krijgt een eigen projectorganisatie waarin vertegenwoordigers van de verschillende diensten als regionaal projectleider zitting hebben. Medio 1997 is begonnen net de Startregio C2000 (Amsterdam en omgeving). De ervaringen in dit gebied zullen dienen als onderbouwing bij de invoering in de rest van het land. Het zal per gebied zo'n 2 a 3 jaar kosten om van het bestaande op het nieuwe netwerk over te gaan en er goed mee leren te werken.
 
 
WAT BIEDT DE PROJECTORGANISATIE 2000?

De landelijke projectorganisatie C2000 heet een drievoudige opdracht.
 

  • Techniek: de voorbereiding en daadwerkelijke bouw van het landelijk netwerk
  • Invoering: ondersteunen van de invoering per discipline en regio, alsmede het aanbieden van daarop afgestemde opleidingen
  • Beheer: het inrichten van het technisch beheer van het landelijk netwerk
De landelijke projectorganisatie wil in de Startregio nader onderzoeken op welke manier en met welke middelen zij de overige gebieden het beste kan ondersteunen.
In elk geval behoort tot deze middelen een scholingsaanbod voor de regionale projectleiders om hen diepgaand te informeren over de technische achtergronden en functionele mogelijkheden van C2000

Verder zal het een belangrijke taak worden van het projectbureau om de bestuurders en managers van de verschillende diensten te informeren en te adviseren over de technische en organisatorische aspecten rond de invoering van het systeem.

Het uitvoerend projectbureau C2000 is onderdeel van de IT-organisatie. Deze organisatie is belast met het technisch en tactisch beheer van het netwerk. De IT-organisatie zal ook de mogelijkheid van aantrekkelijke (raam)contracten onderzoeken voor de aanschaf van randapparatuur. De IT-organisatie wordt nog meer dan voorheen de dienstverlener op technologie- en communicatiegebied voor de openbare en veiligheidsdiensten.

WAT IS DE TAAK VAN DE REGIO'S

De regio's dragen uiteindelijk zelf de verantwoordelijkheid voor de ingebruikname van het nieuwe netwerk in hun gebied. Zij moeten dus zelf de apparatuur aanschaffen, maar ook hun eigen personeel, zowel de mobiele gebruikers als het meldkamerpersoneel, opleiden.

Samengevat zijn de taken van de regioteams:

  • Inventariseren en aanschaffen van de benodigde apparatuur, zoals mobilofoons, portofoons, dataterminals, alarmontvangers en radiobediensystemen.
  • Het aanpassen van de meldkamers.
  • Opstellen van procedures en aanpassen van werkwijzen.
  • Instrueren van eindgebruikers.
  • In gebruik nemen van de C2000-voorzieningen.
BESTUUR EN CULTUUR

De aanleg van het nieuwe netwerk C2000 heeft verstrekkende en lang niet alleen technische gevolgen. Op een aantal fronten appelleert het aan de wil en het vermogen om bestaande werkwijzen te veranderen, nieuwe vormen van samenwerking te ontwikkelen en misschien zelfs organisatiestructuren aan te passen.

De overgang van oud naar nieuw zal ongetwijfeld het nodige vragen aan tijd, energie en flexibiliteit. Om te beginnen van de operationele leiding en hun medewerkers. Daarnaast zeker ook van het management van de betrokken organisaties en de bestuurders. De landelijke projectorganisatie C2000 is zich ervan bewust dat er in dit stadium meer vragen kunnen leven dan nu al beantwoord kunnen worden. Belangrijk is in elk geval dat de organisaties in de regio's samen met hun bestuurders, beseffen dat een ingrijpende operatie voor de deur staat en zich hierop al voorbereiden.

Willen zij zich nu alvast nader oriënteren dan kunnen zij met vragen over de uitvoering van het project aankloppen bij het landelijk projectbureau C2000. Voor vragen op beleidsmatig en financieel gebied verwijzen wij graag naar het ambtelijk projectbureau C2000 van het Ministerie van Binnenlandse Zaken in Den Haag.

SYSTEEMBESCHRIJVING C2000

Het C2000 systeem omvat een landelijk dekkend radionetwerk voor mobiele communicatie dat gebruikt wordt door het uitvoeren personeel van brandweer, ambulance-hulpverleningsdiensten en politie. Daarnaast maakt de Koninklijke Marechaussee gebruik van het netwerk voor de politietaken die deze organisatie uitvoert. De mogelijkheid bestaat dat het ministerie van Binnenlandse Zaken ook andere organisaties die met handhaving van de openbare orde, veiligheid en hulpverlening zijn belast, toegang tot C2000 kan verlenen.

Het C2000 netwerk is een zogeheten "gesloten" netwerk. Dat wil zeggen dat het volledig ter beschikking staat van de bovengenoemde. Een exclusief netwerk voor deze diensten is absoluut noodzakelijk omdat het functioneren staat of valt met het hebben van goede verbindingen. Uit evaluatie van rampen en grootschalige incidenten blijkt de cruciale rol van goede communicatie en de hierbij voorhanden zijnde verbindingsmiddelen. Aangetoond is dat in dergelijke situaties de capaciteit van openbare telefoonnetwerken onvoldoende is door het grootte aantal telefoongesprekken op zo'n moment. Op momenten dat snelheid en accuraatheid van menselijk handelen mensenlevens kunnen redden, zijn betrouwbare verbindingen letterlijk van levensbelang.

De diensten voor openbare orde, veiligheid en hulpverlening maken binnen C2000 gebruik van mobilofoons en portofoons, de zogenaamde randapparatuur. C2000 biedt in het systeem spraak-, datacommunicatie- en alarmeringsfacaliteiten, die aansluiten op de huidige manier van communiceren. Dat betekent dat hoofdzakelijk groepsgewijze communicatie met deelname van een meldkamer(systeem) plaats vind Hierbij worden voor iedere organisatie voldoende beveiligings- en beheersfacaliteiten geboden. C2000 heeft een landelijke portofoondekking en biedt daarnaast aanvullende communicatiemogelijkheden zoals alarmering.

Het C2000 netwerk is gebaseerd op de zogeheten TETRA- standaard. Dat staat voor TErrestrial Trunked RAdio. Deze op digitale technologie gebaseerde standaard maakt efficiënter gebruik van frequenties waardoor er een aanzienlijk grotere capaciteit ontstaat dan in bestaande analoge systemen.

WOORDEN-/BEGRIPPENLIJST
 

  • Alarmering: Een telecommunicatiedienst voor het oproepen van meer personen. Deze personen dragen hiertoe een alarmontvanger (pager) bij zich.
  • Authenticatie: Het bewijzen van de echtheid van een indentiteit van een eenheid aan een andere eenheid.
  • Autorisatie: Het toekennen van rechten, waaronder het toekennen van toegang gebaseerd op toegangsrechten.
  • Basisstation: Het totaal van Zendontvangers, antennes, de benodigde installatiematerialen en alle koppel- en filtercomponenten die nodig zijn om een Cel (met de daarbinnen werkzame Gebruikers) in het Netwerk te kunnen bedienen. Een basisstation kan meer Zendontvangers omvatten.
  • Cel: Het dekkingsgebied dat wordt verzorgd door een Basisstation.
  • Clustur: Een geografisch gebied waarbinnen een implentatietraject van C2000 plaatsvindt.
  • Dekking: Een locatie heeft dekking wanneer het mogelijk is om vanaf die locatie draadloze (mobiele) communicatie tot stand te brengen en in stand te houden.
  • Dekkingsgebied: Het gebied waarbinnen draadloze (mobiele) communicatie tot stand kan worden gebracht en in stand kan worden gehouden.
  • Direct Mode: Communicatie tussen Mobiele Stations onderling, gebruik makend van radiofrequenties die buiten de controle van het Netwerk vallen, en zonder tussenkomst van een basissation.
  • DN 1: Datanet 1, het openbare communicatienetwerk van PTT Telecom.
  • Eindgebruiker: Een medewerker van een van de Gebruikerorganisaties, die gebruik maakt van de diensten van het C2000-netwerk.
  • Encryptie: Zie: Vercijfering
  • Gebruiker: Een entiteit die gebruik maakt van de diensten van het C2000-netwerk. Dit kan zowel een persoon als een applicatie(proces)zijn. Zie ook eindgebruiker.
  • Gebruikerorganisaties: Een organisatie, waarvan medewerkers gebruik maken van de diensten van het C2000-netwerk. Voorbeelden van gebruikersorganisaties zijn: Brandweer-, Ambulance- en Politiediensten, en de Koninklijke Marechaussee. De van het C2000-netwerk gebruikmakende medewerkers van deze organisaties worden aangeduid als Eindgebruikers.
  • Gespreksgroep: Een gesprekgroep wordt gevormd door verschillende lijngebonden of mobiele Gebruikers binnen het C2000-netwerk.
  • IT-Organisatie: De IT-organisatie verleent (toegesneden) diensten op het gebied van informatie- en communicatietechnologie aan de Nederlandse politie, Justitie en OOV- instanties. De IT-organisatie is nu nog een onderdeel van het Korps Landelijke Politiediensten (KLPD), maar wordt in 1998 verzelfstandigd.
  • Location Area: Het gebied binnen de radiodekking van een Basisstation of groep van Basisstations waarbinnen het een Mobiel Station is toegestaan om te werken.
  • Mobiel Station: Een mobiel Randapparaat. De volgende typen zijn te onderscheiden: mobilofoon, portofoon, radioterminal.
  • Nationaal Noodnet: Een separaat telefonienetwerk dat functioneert naast het openbare telecommunicatienet, ten behoeve van berichtenuitwisseling tijdens bijzondere omstandigheden.
  • OOV: Openbare Orde en Veiligheid.
  • Opstelpunt: Locatie waar apparatuur staat opgesteld, die onderdeel uitmaakt van de vaste Infrastructuur van het C2000-netwerk. In feite een opstellocatie van Schakelcentrales, Schakelnodes, zend- en ontvangst- apparatuur, antennes, masten en/of andere delen van de Vaste Infrastructuur.
  • Pager: Een mobiel Randapparaat waarmee Alarmerings- en Semafonie-oproepen kunnen worden ontvangen. Een pager kan niet zenden, maar alleen ontvangen.
  • Paging: Het oproepen van Pagers, door middel van Alarmering of Semafonie. Hieronder wordt niet de paging-functionaliteit van de Mobiele Stations zoals mobilofoons en portofoons verstaan.
  • Schakelnode: Vast opgesteld knooppunt dat de schakelfunctionaliteit verzorgt voor een gedeelte van de Vaste Infrastructuur. Afhankelijk van de mate waarin diverse faciliteiten zijn ingevuld kunne er verschillende ordes van Schakelnodes bestaan.
  • Semafonie: Een variant van de door C2000 aangeboden Pagingdienst, die het mogelijk maakt individuen op te roepen.
  • SIM: Subscriber Identity Module
  • Vercijfering: De omzetting van klare spraak of data in vercijferde spraak of data waardoor de inhoud van het bericht niet meer herkenbaar is.
  • Bron: https://www.dibraned.nl/index-nl.html

Wanneer start C2000

Volgens de laatste berichten in de pers zal het op zijn vroegst einde 2004 worden voordat alle overheids diensten Landelijk ( Politie / GG & GD / Brandweer ) voor spraak op het nog geheel nieuw te bouwen volledig DIGITALE  C2000 netwerk zullen kunnen overschakelen.

Zijn deze ook voor geschikt voor C2000?

In de USA heeft Uniden-Bearcat inmiddels een pocket (BC250D) digitale scanner op de markt gebracht die ook digitale info kunnen ontvangen. Natuurlijk zijn deze scanners ook prima te gebruiken voor de analoge en (digitaal gestuurde Trunking EDACS)ontvangst.

De scanners zijn voorzien van een 'slot' waarin een print gestoken kan worden. Per 'digitaal systeem' dient men een printje te kopen. Op dit moment is er alleen nog maar een print leverbaar in Amerika,voor het in Los Angeles gebruikte APCO-25 digitale trunking systeem.

Uniden-Bearcat komt voorlopig zelf (nog) niet met andere prints op de markt. Maar het is wel in te denken dat in de toekomst, door diverse (derde) partijen, prints zullen worden gemaakt die wel in staat zijn om DECT telefoons, Traxys, en misschien zelfs het nieuwe digitale C2000 systeem van Politie, Brandweer en GGD te beluisteren.

Het is dan wel iets lastiger als eerst, want u moet af en toe een Module wisselen in uw Scanner als u naar een andere systeem wilt luisteren, maar dat is een kwestie van enkele seconden!

Doordat er per 'digitaal systeem' een printje moet worden gekocht wordt het wel duurder dan we gewend waren, maar er is geen alternatief anders dan een computer waarop men dan diverse soorten software gaat laten draaien.

Overigens moet men ook niet de fout begaan te denken dat het hier over een volledig NIEUWE technologie gaat want wist u dat ( uiteraard de Amerikanen ) reeds gedurende de tweede wereldoorlog een digitaal gecodeerd  (encryptie ) systeem hadden voor communicatie tussen Amerika en Engeland ( zie the  SIGSALY story )op de uitstekende site van de Amerikaanse NSA   waarvan dit C2000 als een ver familie lid  moet worden gezien.

Ondanks de Digitale revolutie die begonnen is in de USA word er verhoudings gewijs niet veel aan de digitalisering van allerlei telecommunicatie netwerken gedaan ( met name op het uitgestrekte platteland wordt nog erg veel Analoog gewerkt ) vooralsnog alleen in enkele grote steden ( Los Angeles / APCO-25).

links :

https://www.brandweer.org/verbindingen/c2000.html

https://www.verbinding.nl

Waarmee zijn trunkingnetwerken te volgen?

Sinds enige tijd zijn er scanners en ontvangers te koop waar verschillende trunkingsystemen probleemloos mee gevolgd kunnen worden.

Uniden Bearcat heeft verschillende trunkingscanners in het assortiment. Voor de Nederlandse situatie zijn de BC245XLT (portable scanner) en de BC780XLT / UBC780XLT bij uitstek geschikt.

De BC245XLT is een portable scanner waarmee Edacs, Motorola SmartnetI en SmartnetII gevolgd kunnen worden. Edacs wordt zeer intensief gebruikt door de Haagse politie, wat de BC245XLT dus een leuke scanner voor de Haagse scannerhobbyist maakt.

De BC780XLT/UBC780XLT is een basis/mobiel scanner waarmee Edacs, Motorola SmartnetI, SmartnetII en LTR trunkingnetwerken gevolgd kunnen worden. De trunking mogelijkheden zijn iets uitgebreider ten opzichte van de BC245XLT, maar die extra faciliteiten worden in Nederland nauwelijks gebruikt. Voor zover nu bekend zijn er in Nederland geen LTR netwerken. De BC780XLT is de Amerikaanse uitvoering, de UBC780XLT is de Europese uitvoering. Op dit moment zijn de exacte verschillen tussen deze twee modellen nog niet bekend. De UBC780XLT heeft geen onderbreking in de 800/900 MHz. band en het "bandplan" is aangepast aan de Nederlandse situatie.

Frequenties voor Tetra

In Nederland zijn in overeenstemming met een Europees besluit van de European Radio Commité (ERC DEC(96)04) frequenties in de band van 450-470 MHz voor TETRA aangewezen. Het betreft de frequenties die voorheen door het analoge AutoTeleFoonnet ATF-2 werden gebruikt. Deze frequenties zijn verdeeld over 2 vergunningen. Iedere vergunning bevat 2 × 2,2 MHz uit de 450-470 MHz band. Daarnaast bevat iedere vergunning nog 2 × 450 kHz aan frequenties uit de band van 410-430 MHz, omdat er op dit moment nauwelijks apparatuur verkrijgbaar is voor de 450-470 MHz band. Eind 2001 is de procedure geopend volgens welke de twee vergunningen voor een openbaar digitaal trunkingnetwerk (PAMR) op basis van TETRA op aanvraag waren te verkrijgen. De belangstelling daarvoor was minimaal. Er is er slechts één verleend aan Mirem Netherlands bv. Een dochteronderneming van Inquam.

Mirem Netherlands bv had hiermee de verplichting om uiterlijk 1 januari 2005 in 20% van Nederland dekking te realiseren. In 2007 dient binnen de bebouwde kom van alle gemeentes met meer dan 40.000 inwoners alsmede de auto- en waterwegen daartussen en langs de internationale autowegen en de luchthavens dekking te zijn gerealiseerd. De vergunning had een looptijd van 15 jaar, te rekenen vanaf 17 januari 2002.

Mirem heeft de vergunning echter begin 2003 terug gegeven. Het ministerie van Economische Zaken, waar telecommunicatie tegenwoordig onder valt, is vervolgens een onderzoek gestart naar de mogelijkheden voor de hierdoor vrijgekomen frequenties in de 450-470 MHz band.

Naast de bovengenoemde band is ook een band van 870-876/915-921 MHz toegewezen aan TETRA. Deze band is met name bedoeld voor lokale private netten. Voor deze band is er echter geen apparatuur beschikbaar en het is de vraag of hier (op korte termijn) verandering in komt. Deze band wordt dan ook meegenomen in het onderzoek.

C2000

C2000 is een digitaal systeem voor onderlinge communicatie ten behoeve van de hulpverlenende instanties, zoals politie, brandweer, ambulancediensten en de Koninklijke Marechaussee. Tot nu toe hebben de verschillende instanties hun eigen infrastructuur, waardoor de communicatie tussen de verschillende instanties niet goed verloopt of zelfs niet mogelijk is. C2000 is gebaseerd op de TETRA standaard.

C2000 wordt onder de verantwoordelijkheid van het Ministerie van Binnenlandse Zaken gerealiseerd. Het ITO, het agentschap voor informatietechnologie van het ministerie werkt hierbij samen met TetraNed, een samenwerkingsverband van Getronics, KPN Telecom en Motorola. De toegewezen frequenties waren in eerste instantie 380-383/390-393 MHz. In een later stadium is hier nog 2 MHz aan toegevoegd, zodat de gehele band van 380-385/390-395 MHz hiervoor wordt gebruikt. C2000 zal leiden tot een aanzienlijke efficiencyverbetering van het frequentiegebruik van de hulpverlenende instanties.

Het uiteindelijk netwerk bestaat uit ongeveer 400 opstelpunten met zend- en ontvanginstallaties. De huidige plannig is dat het netwerk begin 2004 is uitgerold en de bijbehorende 25 meldkamers operationeel zijn. De betrokken diensten zouden dan in een overgangstermijn van 2004 - 2007 geheel over moeten op het nieuwe netwerk. Het is echter de vraag of dit gehaald wordt.
Kort en simpel samen gevat wat Trunking techniek inhoud
Bij conventionele gesloten netten wordt per 'gebruikersgroep'  één vast kanaal gebruikt. Door gebruik te maken van trunking worden kanalen gemeenschappelijk gebruikt en dynamisch toegewezen. De verkeersintensiteit per kanaal is hierdoor een stuk hoger. Trunking maakt dat de kanalen efficiënter gebruikt worden dan bij conventionele gesloten netten, waardoor er minder etherruimte nodig is. 
Techniek
 
Trunking is het bundelen van een aantal kanalen. Deze techniek wordt al jaren toegepast in de transmissietechniek bij vaste telefonie. Van een bundel is één vast kanaal het controlekanaal, ook wel organisatiekanaal genoemd. De overige kanalen zijn losse kanalen waar de gesprekken over gevoerd worden. De belangrijkste component in het trunking-netwerk is de Centrale Computer. Om een verbinding tussen twee gebruikers op te zetten zal de aanvragende mobilofoon eerst via het controlekanaal een verbinding aanvragen bij de centrale computer.  De centrale computer kijkt of de op te roepen mobilofoon vrij is en of er een kanaal vrij is. Zodra dat het geval is worden de beide mobilofoons automatisch naar het vrije kanaal omgeschakeld. De verbinding is hiermee tot stand gekomen. Dit proces duurt per aanvraag slechts zo'n 300 milliseconden. 
Toepassing
 
Trunking wordt met name toegepast in meldkamers. Hierbij kan het gaan om taxicentrales, maar ook om meldkamers van iedere andere soort (denk bijv. aan hulpdiensten). In netwerken die gebruik maken van trunking kunnen daarom naast de gewone gesprekken ook gesprekken plaatsvinden met een hoge prioriteit en zelfs noodoproepen. Behalve gesprekken kunnen er bovendien status- en korte databerichten worden verzonden. Deze berichten lopen overigens uitsluitend via het controlekanaal. 
Wachtrij
 
Als alle kanalen bezet zijn of al er nog een verbinding openstaat bij de ontvanger dan wordt het aanvraagbericht in een wachtrij geplaatst. De aanvrager krijgt dan een melding dat zijn aanvraag in de wachtrij is geplaatst. Zodra er een kanaal vrij is of de ontvanger is weer vrij, dan wordt de wachtende aanvraag afgehandeld. De centrale computer wijst een vrij kanaal aan, communicatie kan nu plaatsvinden. Een aanvraag hoeft niet opnieuw te worden ingediend. Bij een oproep met hoge prioriteit wordt de oproep in geval van een wachtrij vooraan geplaatst. Bij een noodoproep daarentegen, wordt een regulier gesprek afgebroken zodat de noodoproep direct kan plaatsvinden. 
Praktijkvoorbeeld
 
In Nederland wordt op dit moment onder meer gewerkt met de volgende 'getrunkte' netwerken: Traxys (analoog), TETRA (digitaal) en C2000 (op basis van TETRA). 

 

HOME